De Apistogramma cacatuoides, ofwel de dwergcichlide genoemd, zijn een diverse groep vissen, die in veel verschillende vormen en maten voorkomen.
Ze kunnen onderscheiden worden door hun soort, kleuren, en gedrag, en ook gewoon door hun naam. Naast de algemene term cichliden is er ook een aparte groep die dwergcichliden genoemd wordt.
Bij het houden van aquariumvissen kan een lengte tot 12 cm als algemeen uitgangspunt genomen worden. Deze aquariumvissen zijn erg populair omdat ze hetzelfde gedrag vertonen als grote cichliden en ook begiftigd zijn met een prachtig kleurenpalet.
Dwergcichliden evolueerden uit de grote cichliden die moeilijk kleine beekjes, moerassen en andere wateren konden bereiken. Hun kleine gestalte stelde hen in staat voedselrijke maar moeilijk bereikbare plaatsen te bewonen.
Het succes van de dwergcichliden is voor een deel te danken aan hun vermogen zich aan te passen aan een grote verscheidenheid van habitats. Om echter het meeste uit het houden van dwergcichliden te halen, is het belangrijk te proberen hun natuurlijke habitat zo goed mogelijk na te bootsen.
Dwergcichliden komen vooral voor in Zuid-Amerika en Afrika en leven meestal in bosbeekjes en rivieren. Dit betekent dat de inrichting van je aquarium daaraan aangepast moet worden.
De Apistogramma cacatuoides kan gehouden worden in een aquarium dat minstens 80 centimeter lang is, maar het verdient de voorkeur een aquarium van 100 centimeter te hebben.
Het aquarium moet aan de achterkant en aan de zijkanten goed beplant zijn, en er moeten voldoende schuilplaatsen voor de vis zijn, zoals een omgekeerde bloempot, een kokosnoot, of rotsen.
Deze vis is een hol-in-de-muur-broedster, wat betekent dat hij zijn eieren zal leggen in een gat in een stuk hout of in een spleet in de rotsen.
De voeding voor een dwergcichliden bestaat uit een verscheidenheid van droog en diepgevroren/levend voedsel, zoals artemia, mysis, cyclops, dapnia (watervlooien), zwarte muggenlarven, en witte muggenlarven.
Ze geven de voorkeur aan zand als substraat in hun leefgebied, want daar bijten ze in en filteren er detritus uit, dat hun natuurlijk voedsel is. Van deze vissoort is bekend dat ze vreedzaam is en met andere vreedzame vissen in een gezelschapsbak gehouden kan worden.
De eitjes van de Apistogramma cacatuoides worden bij voorkeur afgezet in een hol. Deze hoeven niet groot te zijn, als het vrouwtje er maar net in past. Een halve kokosnoot of een stenen bloempot op z’n kop is voldoende.
De eitjes worden tegen het plafond van het hol afgezet en komen na 3 tot 4 dagen uit. Het vrouwtje zal de volgende week de jongen door de bak leiden, terwijl het mannetje de andere vissen op afstand houdt.
Als je jonge vissen wilt houden, is het beter het broedpaar te scheiden, zodra de jongen zijn uitgekomen. Dit garandeert dat de jongen de beste kans hebben om te overleven en te gedijen.